Eerste nationale verkiezingen, januari 1796

Verkiezingen zijn tegenwoordig in Nederland heel normaal. Politieke partijen leveren een verkiezingsprogramma en kandidatenlijsten aan, en op het stembiljet kleur je het vakje rood naast de naam van de persoon die je wilt verkiezen. Dat had je allemaal niet bij de allereerste landelijke verkiezingen, in januari 1796. Er waren geen politieke partijen, geen verkiezingsprogramma’s, geen debatten, en geen kandidaten. Hoe ging dat dan?

De context: de Eerste Nationale Vergadering

Begin 1795 had de Bataafse revolutie de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ten einde gebracht. Het land ging verder als Bataafsche Republiek. Het zou een republiek worden naar voorbeeld van Frankrijk, met een gekozen nationaal parlement, de ‘nationale vergadering‘. De voornaamste taak van de eerste Nationale Vergadering was het opstellen van een grondwet. Voor het eerst zouden er nationale verkiezingen gehouden worden. Het duurde echter nog wel een jaar voor die er eindelijk kwamen.

Reglement voor de nationale vergadering

In de tussentijd had men al wel her en der ervaring op gedaan met lokale verkiezingen voor een gemeenteraad of een referendum. Maar hoe dat te extrapoleren naar het hele land? Daarvoor moest er eerst een reglement opgesteld worden. En over zo’n reglement moesten alle provincies en gewesten het eens worden. Over de discussies en perikelen rondom dat reglement is een heel boek te schrijven. Uiteindelijk werd min of meer overeenstemming bereikt, en werden de verkiezingen gepland op 26 januari 1796 (behalve in Zeeland en Friesland, die zich het langst bleven verzetten, daar gebeurde het op 8 en 9 februari).

Het reglement, dat je kunt nalezen op Delpher, beschrijft allerlei details. Het eerste artikel: “het geheele volk zal geteld worden”. Die volkstelling leerde dat er in Nederland 1.880.463 mensen woonden in 1796. Per 15.000 inwoners zou er een vertegenwoordiger in de nationale vergadering plaatsnemen, dus 126 in totaal.

Opening van de Eerste Nationale Vergadering, 1 maart 1796
Opening van de Eerste Nationale Vergadering 1 maart 1796, prent gemaakt door George Kockers

Er staan in het reglement ook allerlei voorschriften over de manier van werken van de Nationale Vergadering. Zo zou het lot bepalen wie waar mocht zitten, en die loting zou elke 14 dagen opnieuw gedaan worden. En ga zo maar door. Maar in de blog van vandaag gaat het over de verkiezingen.

Het document: stembiljet voor de verkiezingen

In elk gebied van 15.000 inwoners moesten er 30 zogenaamde grondvergaderingen georganiseerd worden, dus één grondvergadering per 500 inwoners. Voor die stembijeenkomsten werden alle stemgerechtigden opgeroepen. Je moest man zijn, tenminste 20 jaar oud, tenminste het afgelopen jaar in Nederland een vaste woonplaats hebben gehad, geen strafblad hebben en geen geld van de liefdadigheid ontvangen. Oh, en je mocht ook de volgende verklaring niet weigeren:

Daarmee werd het de tegenstanders van de revolutie moeilijk gemaakt. Op de paar lijsten die ik ingekeken heb in archieven stonden steeds een man of 20-30 per grondvergadering. Per grondvergadering werden 3 mannen aangewezen als ‘stemopnemers’, om de zaak in goede banen te leiden (enige voorwaarde: kunnen lezen en schrijven). Alle details kun je nalezen in het reglement. Het kwam er op neer dat alle stemgerechtigden op een stembiljet de naam invulden van één van de aanwezigen. Deze man zou de ‘kiezer’ worden namens de betreffende grondvergadering. Ook aan een ‘kiezer’ zaten voorwaarden: hij moest natuurlijk stemgerechtigd zijn, tenminste 25 jaar oud, en tenminste de afgelopen 4 jaar in Nederland gewoond hebben. En hij moest de meerderheid van de stemmen van de grondvergadering krijgen: tenminste de helft plus 1. Als niemand de meerderheid haalde, werd er opnieuw gestemd, over de 4 mannen die de meeste stemmen hadden gekregen in de eerste ronde. Als de stemmen dan alsnog stokten, zou het lot bepalen wie de kiezer werd van de grondvergadering…

Stembiljet

Kiezers

De kiezers van alle 30 grondvergaderingen per gebied kwamen de dag na de verkiezingen bij elkaar. Zij kozen een man als representant in de Nationale Vergadering, en twee plaatsvervangers. Deze mochten juist niet één van de aanwezigen zijn. De bedoeling was dat de kiezers iemand kozen waarvan ze dachten dat hij de kwaliteiten had om mee te denken over de inrichting van de nieuwe republiek, en dat hij goed zijn best zou doen. Er waren geen politieke partijen of verkiezingsprogramma’s. Om te gekozen worden als representant (of plaatsvervanger) moest je man zijn, tenminste 30 jaar, en tenminste de afgelopen 4 jaar in Nederland gewoond hebben (tenzij je in ballingschap had moeten leven vanwege de eerdere revolutionaire strijd natuurlijk…). Als je gekozen werd, mocht je eigenlijk niet weigeren. Je moest naar Den Haag verhuizen en aan het werk in de Nationale Vergadering, of je nou wilde of niet.

Dus ja, het waren nationale verkiezingen, maar heel wat anders dan wij tegenwoordig gewend zijn.

Bekentenis: eerlijk gezegd weet ik niet zeker of het getoonde stembiljet ook echt van die eerste landelijke verkiezingen in januari 1796 is. Ik vond het in een mapje in het West-Brabants Archief, met daarin allerlei losse stukken over verkiezingen in 1796-1798. En die werden er nogal wat gehouden in die tijd, onder andere voor de gemeenteraad, de provincie, en allerlei lokale en regionale commissies. Misschien is dit eerder het stembiljet uit 1798? Zag het stembiljet van die eerste landelijke verkiezingen in 1796 er toch net wat anders uit? Ik heb het niet kunnen vinden. Weet jij het wel? Laat het me weten in de reacties hieronder.

Verder lezen

Bronnen van de documenten

Geef een reactie