Zij zegt, hij zegt

Dit keer een tragisch verhaal, dat helaas ook van alle tijden is. Op 10 april 1795 meldt Marigje Koopmans, omtrent 23 jaar oud, zich bij de baljuw van de Klundert. Zij is 7,5 maand zwanger en zij zegt dat Antonij Aartse de Laat de vader is.

Het document

Het document is afkomstig uit de notulen van baljuw en schepenen van de Klundert.

Marigje Koopmans getuigt dat zij de laatste elf maanden gewoond heeft bij Antonij de Laat, aan de “Rooijen vaardse Buitendijk” onder de Klundert. Het staat er niet, maar ik neem aan dat ze als dienstmeisje in huis was, en om voor de kinderen van deze jonge weduwnaar te zorgen.

Ze verklaart dat Antonij de Laat haar voor de eerste keer in juni 1794 “aan de tafel op de vloer heeft misbruikt, en zo vervolgens van tijd tot tijd” als hij daar lust toe had. Zij is meerdere keren door hem misbruikt tot zij eindelijk in september van het afgelopen jaar zwanger is geworden. Antonij de Laat ging door met het misbruik tot in de maand december. Marigje verklaart dat ze al lange tijd slecht door hem behandeld wordt. Op 9 april is ze “met slepen en trappen” uit zijn huis en van zijn erf afgejaagd, en de man heeft haar verboden om terug te komen.

De baljuw besluit om Antonij de Laat op te roepen om te verschijnen voor de raad om hem te horen over deze beschuldigingen. De Laat ontkent dat hij de vader is van “de vrucht van Marigje Koopmans”. Hij beschuldigt haar ervan dat ze het “gedurig met andere personen aangehouden” heeft, zodanig dat “zijn huisje gedurig vol volk was wanneer hij uit werken was”. De man zegt dat hij haar dit vaak heeft afgeraden, maar dat zij die raad in de wind geslagen heeft, en zelfs tegen hem gezegd heeft dat “dezulken nog waren die Wilhelmus blaasden”.*

Antonij de Laat zegt dat hij op een gegeven moment tegen Marigje gezegd heeft dat hij dacht dat ze zwanger was, en dat zij toen heeft geantwoord dat dit hem niet aan ging, en dat “zo dit waar was, zij de vader daarvan wel zou vinden.” Hij geeft toe dat hij haar uiteindelijk heeft weggestuurd van zijn huis en erf met verbod om terug te komen. Hij heeft aan zijn kinderen gelast “de opgezette plank over de sloot voor zijn huisje liggende voor haar wanneer hij uit was niet neder te laten”.

Als de baljuw hem ondervraagt, blijft Antonij de Laat “stijf en sterk” ontkennen, en hij verklaart dat hij haar niet zal trouwen, “al wierd hij met vier paarden van een getrokken”. Marigje Koopmans bleef “onder menigvuldige eden” Antonij de Laat beschuldigen. Er staat geschreven dat de baljuw vervolgens zijn best gedaan heeft om vooral Antonij de Laat te overtuigen om te bekennen, wat doet denken dat hij de vrouw meer geloofde. Maar de man blijft ontkennen. De baljuw raadt Marigje Koopmans aan om met de hulp van haar voogden zich te wenden tot een rechtbank, om er een zaak van te maken.

De context

Wat heb ik kunnen opsporen over de twee betrokkenen?

Marigje, of Marijgje, soms ook wel Maria, Koopman genoemd, wordt op 11 juli 1773 gedoopt in Dinteloord. Haar ouders Johannes Koopman en Engeltje de Geus zijn in 1771 getrouwd, en krijgen 6 kinderen. Haar moeder overlijdt in 1790, als Marigje 16 jaar oud is, en haar vader in 1792. Op haar 19e is Marigje dus wees, en zal ze uit werken gestuurd zijn.

Antonij Aartse de Laat is geboren in 1760 en hij trouwt in 1783. Het is een schok voor me om te zien met wie hij trouwt: Adriana Adriaansdochter Ardon, de dochter van Adriaan Ardon, die in 1775 doodgeschoten werd door de diender – zie een eerdere blog op deze site. Adriana is 8 jaar als haar vader doodgeschoten wordt, en in 1783 is ze net 16 jaar oud en al 6 maanden zwanger als ze met de 23-jarige Antonij Aartse de Laat trouwt. Daar heb ik geen documentatie over terug gevonden, dus we weten niet hoe dit gegaan is, in welke mate de jonge Adriana hier keus in gehad heeft… Drie maanden na het huwelijk wordt een dochtertje geboren. Vier zwangerschappen later, in 1793, sterft de dan 25-jarige Adriana in het kraambed.

Antonij blijft achter met een aantal kinderen onder de 10 jaar. In 1794, op 34-jarige leeftijd, neemt hij de jonge Marigje Koopman in huis, waarschijnlijk om voor die kinderen te zorgen.

Een dienstmeid aan eind 18e eeuw, schilderij Jan Ekels de Jongere

Vervolg

Op 22 mei verschijnen de voogden van Marigje Koopman bij de baljuw en raad van de Klundert. Marigje is op 17 mei bevallen en ligt in het kraambed in het huis van haar broer, Johannes Koopmans. Ze heeft aan de vroedvrouw te Prinsland gezworen dat Antonie Aartse de Laat de vader is. De voogden eisen dat de man met Marigje trouwt, of bij weigering het kind zal onderhouden en de kraamkosten op zich zal nemen. Antonij de Laat wordt erbij geroepen maar hij blijft het luidkeels ontkennen, en hij weigert alles. Op de vraag van de baljuw ontkent hij zelfs dat hij ooit ‘vleeschelijke conversatie’ met haar gehad heeft. De raad zegt nu tegen de voogden dat zij alles gedaan hebben wat zij kunnen doen.

De voogden roepen de hulp in van de raad en baljuw van Prinsland en Dinteloord. Een kleine week later, op 28 mei, verschijnen er drie schepenen uit Dinteloord voor de raad van de Klundert om nogmaals op te komen voor hun inwoonster, Marigje Koopmans. Zij heeft onder ede gezworen dat alleen Antonij de Laat de vader van haar dochter kan zijn.

Blijkbaar zijn moeder en kind aanwezig, want even verderop staat een dramatische passage:

De baljuw neemt dus de 10 dagen oude baby over van haar moeder en geeft die Antonij de Laat in de armen. Met de baby in zijn armen zweert Antonij de Laat dat hij niet de vader van het kind is, en dat hij nooit geslapen heeft met de moeder.

De baljuw kan niet anders dan concluderen dat een van de twee een ‘valse eed’ afgelegd heeft. En hier loopt het spoor dood.

Detail uit schilderij van Carel Jozeph Grips ‘Het voeden van de baby’

Afloop

Op 12 juli 1795 laat Marigje Koopman haar dochter Thona dopen in Dinteloord, vermeld als ‘onechte dochter’. Er is geen spoor van een huwelijk in die tijd. Ik vind ook geen vervolg over baby Thona. De begrafenisregisters van Dinteloord zijn niet online te vinden…

Vier jaar later, in september 1799, trouwt Marigje met Geert Miggelman, Ruim een jaar later wordt een dochtertje geboren, dat vernoemd wordt naar haar moeder, Engeltje. Ook van Engeltje kan ik geen latere sporen terugvinden, helaas, dus misschien is zij ook niet oud geworden. Geert Miggelman overlijdt in 1808. In 1813 trouwt de 39-jarige weduwe Marigje opnieuw, dit keer met de 31-jarige Imand van der Jagt uit IJsselmonde. In die acte wordt haar beroep opgegeven als dagloonster; haar broer Johannes is getuige bij dit huwelijk. Hij heeft haar dus blijkbaar nooit in de steek gelaten. Die laatste huwelijksacte levert nog iets bijzonders op: de handtekening die Marigje Koopman zelf gezet heeft:

Marigje overlijdt op 76-jarige leeftijd, op 26-6-1849 in Zwijndrecht. Daar is nog een bijzonderheid: haar man Imand overlijdt op dezelfde dag… Helaas zijn de overlijdensactes van Zwijndrecht niet online in te zien. En ik zal me inhouden en dit niet verder uitzoeken. [Als iemand hier meer van weet, hoor ik het graag!]

Antonie Aartse de Laat trouwt in 1804 met de 49-jarige weduwe Bastiaantje de Bruijn, en hij sterft voor 1824.

Tijden van oorlog en revolutie

We zullen wel nooit weten wat de waarheid is geweest. Als je misschien denkt: waarom is Marigje niet gewoon weggegaan zodra Antonij de Laat haar misbruikte, of waarom is ze niet eerder naar de politie gegaan? We weten dat dat voor een buitenstaander altijd makkelijker lijkt dan het in werkelijkheid is voor iemand die in de situatie zit.

En vergeet ook niet de omstandigheden en de tijd waarin dit speelt. Marigje is een wees van begin 20, uit werken gestuurd in een stadje op enkele uren reizen van haar geboortestreek en haar familie. In 1794-1795 lag de regio vol met soldaten van het Nederlandse, Engelse en Franse leger vanwege oorlog en revolutie. Gezien de opmerking over “het Wilhelmus blazen” krijg je het vermoeden van een ondertoon van tegenstelling tussen Orangisten en patriotten om de zaak te compliceren. Eind 1794 waren de meeste raadsleden van de Klundert (overtuigd Orangisten) de stad ontvlucht uit angst. Er was dus geen reguliere autoriteit of politie aanwezig.

In de bitterkoude januari van 1795 bezetten de Fransen en patriotten het hele land. De stadhouder vlucht het land uit, en de revolutie is een feit. Klundert krijgt het zwaar te verduren met de langdurige inkwartiering van veel Franse soldaten. In maart 1795 wordt een gloednieuwe raad en baljuw aangesteld, bestaande uit allemaal overtuigde patriotten. De baljuw Engel Eland is pas net een maand in functie, zonder eerdere ervaring, als hij deze kwestie voorgeschoteld krijgt.

Zo’n incident geeft een bitter kijkje op de tijd van toen.

Nagekomen vondst, een dag later

Toch nog een vervolg gevonden – in de notulen van 9 juli 1795 staat vermeld dat Antonij de Laat nogmaals voor de raad geroepen is op 18 juni en op deze dag. Weer zegt hij dat hij de vader niet kan zijn, en dat hij nooit ‘vleeschelijke conversatie’ met Marijgje Koopmans heeft gehad. Maar dan eindigt het als volgt:

Hij durft het toch niet aan om er een eed op te doen! Is nu een harde conclusie mogelijk? Drie dagen na deze gebeurtenis vindt de doop plaats – toeval, of heeft Marijgje hierop gewacht? De notulen eindigen hier.

Bronnen

3 gedachtes over “Zij zegt, hij zegt

    1. Anna Simon's avatar Anna Simon

      Ha, goed gezien. Dat heb ik expres zo gelaten als de documenten het vermelden. In haar handtekening kun je zien dat Marrigje zelf haar naam zonder s schreef, maar veel documenten schrijven Koopmans. Men nam het daar niet zo nauw mee, zelfs in officiële registraties.

      Like

Plaats een reactie