In eerdere blogs heb ik wat verteld over deze flamboyante man, geboren in 1731. Onder andere zijn wilde tienerjaren, zijn tijd bij de VOC op Java en de tot slaaf gemaakte vrouwen die hij uiteindelijk de vrijheid geeft. We weten al dat hij eind 1774 terugkeerde naar Nederland. Met het toenemend aantal bronnen dat online doorzoekbaar is kun je nog meer sporen terug vinden in latere jaren. Het is niet mijn ambitie om een hele biografie te schrijven. Hier alleen een aantal glimpsen: in zijn financien (van steenrijk naar straatarm), zijn huwelijk met een jonge, mooie Duitse actrice, en zijn rol in de Bataafse Revolutie.
Eerste periode na terugkeer
Jan La Pro keert schatrijk terug naar Nederland eind 1774. Daar koopt hij het huis Duinwijck in Wijk aan Duin, gebouwd in 1648. Dit is een landgoed met een herenhuis, koetshuis, stalling, tuinmanswoning en “verdere getimmerte”. (Geen afbeelding van kunnen vinden helaas).
In Amsterdamse notariele akten zijn verschillende grote leningen (obligaties) te vinden die La Pro geeft aan mannen die op het punt staan om naar Oost-Indie te vertrekken, in 1774-1775.

In oktober 1775 verblijft Jan La Pro in het logement Het Rondeel aan de Doelenstraat in Amsterdam, wat later het chique hotel L’Europe zal worden. Dat weten we omdat hij op 4 oktober 1775 de Amsterdamse notaris Cornelis van Homrigh bezoekt, die dat vermeldt in zijn akten. Hij laat onder andere een akte opstellen over de vrijlating van de tot slaaf gemaakte vrouwen (zie eerder blogverhaal). Ook laat hij diezelfde dag een officieel protest opstellen tegen zijn zus en zwager.
Onenigheid in de familie
Jan’s zus Johanna la Pro en diens man Frederik van de Wall waren gemachtigd om uit zijn naam op te treden tijdens zijn afwezigheid op Java. Maar zij hebben ‘geen de minste rekening of verantwoording’ gedaan, ook niet van de afhandeling van de nalatenschap van zijn ouders.

Dit protest lijkt het gewenste effect te hebben. Er zijn meerdere akten terug te vinden waarin de zus en zwager hem verschillende zaken verkopen in oktober en november 1775. Ik neem aan tegen een schappelijke prijs ter voldoening van het uitstaande geld. Onder andere een glasblazerij Padang te Nijkerk, een huis in de stad Alkmaar en een damloperschip, gevaren door schipper Barend Kok. (Al deze spullen verkoopt hij trouwens alweer in 1776, inclusief het huis Duinwijck, tegen verlies).
Op 15 december 1775 verschijnen de drie gezamenlijk voor dezelfde Amsterdamse notaris om officieel vast te leggen dat de erfenis van hun moeder nu helemaal afgehandeld is, tot ieders tevredenheid.
Vrouw en kinderen
Op 6 augustus 1776 duikt de naam La Pro (geschreven Lapro, een veelvoorkomende variatie) op in de Groninger courant (en later in ook andere kranten):

De ‘schatrijke heer Lapro, gewezen opperkoopman en resident van de Hollandsche Oostindische Compagnie’ heeft een jonge mooie actrice ten huwelijk gevraagd. Hoe meer cliché wil je het hebben!

Op zoek naar meer informatie over deze jonge actrice, Margaretha Haverkamp, in de kranten vind ik alleen nog het volgende, in de ‘Courier du Bas-Rhin’ uit 1775:

Vrij vertaald: de juffrouw Haverkamp, jonge actrice van 18 jaar oud, wier ontroerende stem nog verder wordt versterkt door de gratie van het meest beminnelijke gezicht, speelde de hoofdrol in een opéra-comique met alle expressie, alle interesse die je maar kunt wensen. Ze heeft een groot applaus gekregen voor haar optreden.
Een zoektocht via Familysearch.org in de archieven van de Mormonen levert de registratie van het huwelijk in 1777:

Jean La Pro en mejuffrouw Anna Maria Margareta Haverkamp, 20 mei 1777, in Cleve. Ook vermeld wordt de naam Louise Henriette Adelaide – dit lijkt hun eerste dochter. Ik vermoed dat ze haar erkennen bij het huwelijk, dus dat ze al voor het huwelijk geboren is?
De kinderen die te traceren zijn:
- Louise Henriette Adelaide La Pro, geboren in Cleve (zie later).
- Henrij Louis Francois La Pro, geboren 22-5-1778 in Cleve, overleden 15-1-1787 te Amsterdam.
- Abraham Josias Jan La Pro; in 1798 postmeester bij het comite tot de Oost-Indische Handel**, in 1807 overleden en begraven in de Waalse Kerk te Amsterdam
- Angelique Julie Adelaide La Pro; overleden 14-1-1788, begraven in de Waalse Kerk te Amsterdam.
Achteruitgang van de financien
Jan La Pro heeft tenminste een deel van zijn financien geregeld bij de firma Doornik & Brandt, van Daniel Doornik en Christoffel Brandt in Amsterdam. Tijdens zijn verblijf in Duitsland is Christoffel Brandt gemachtigd om namens hem op te treden in Amsterdam*.
In 1779 wordt duidelijk dat Jan La Pro inmiddels een grote schuld heeft uitstaan bij deze firma: bijna 36.000 gulden (in een tijd waarin je voor 6000 gulden een groot huis in Alkmaar kon kopen). Hij verklaart dat hij niet in staat is om deze schuld te voldoen. Er wordt genoegen genomen met een som van 5902 rijksdaalders die Jan La Pro nog te vorderen heeft op twee zakenpartners in Batavia.

In de jaren 80 van de 18e eeuw woont La Pro blijkbaar weer in Amsterdam, aangezien twee van zijn kinderen daar overlijden. In het begrafenisregister wordt als hun adres opgegeven: de Dijkstraat bij de Burg. Met zelfs een aantekening: ‘tussen 13&14 en bovenop’, dus waarschijnlijk werden een paar kamers gehuurd. Dat is wel heel wat anders dan een groot herenhuis of sjiek logement.
In 1788 gaat Jan La Pro een compagnieschap aan met Timotheus van Harrevelt, een boekverkoper in de Kalverstraat. Van Harrevelt brengt de boeken in (ter waarde van 34.441 gulden***), Jan La Pro belooft 6000 gulden. Zou hij dat geld nog gehad hebben, of was het bluf? Nog in 1790 is La Pro in ieder geval te vinden in de zaak van Van Harrevelt. En een paar jaar later is zijn rol in de boekhandel nog onderwerp van politieke spot (zie hieronder).
Patriot
Het is een onrustige tijd, vanaf de jaren ’80 van de 18e eeuw, zeker ook in Amsterdam. De patriotten komen in opstand komen tegen de zittende regenten en de prins van Oranje als stadhouder. Hun opstand wordt in 1787 onderdrukt door de Pruisen. Welke rol Jan La Pro in die tijd gespeeld heeft weet ik niet. Maar in 1794 en 1795, in de directe aanloop naar de Bataafse Revolutie, vinden we hem terug.

Hij is commissaris van een van de patriottische leesgezelschappen in de stad (gezelschap B), en hij wordt in het geheim actief in het Amsterdamse Comité Revolutionair. Cafe de Burg in de Dijkstraat, waar La Pro blijkbaar vlakbij woont, wordt een van de centrale ontmoetingsplekken. Het voert te ver om hier de hele revolutie en perikelen uit te leggen. In ieder geval is Jan La Pro erbij als afgevaardigden uit het Revolutionair Comite in oktober 1794 een petitie aanbieden aan het stadsbestuur van Amsterdam. Ze eisen onder andere dat er geen Engelse soldaten in de stad gelegerd zullen worden. Het Franse leger heeft Den Bosch op dat moment al ingenomen, en de berichten zijn dat zij, samen met een leger van Nederlandse patriotten, binnen een paar dagen voor de poorten van Amsterdam zullen staan.
De opmars verloopt echter minder voorspoedig dan gedacht. Het Amsterdamse bestuur besluit hard in te grijpen. De aanbieders van de petitie worden een paar dagen later gedagvaard voor de rechtbank. Jan La Pro weet op tijd te vluchten of onder te duiken. Een aantal van zijn metgezellen uit het comité die zich wel melden worden veroordeeld en gevangen gezet. Het Amsterdamse garnizoen valt het cafe de Burg binnen op zoek naar oproerkraaiers en verborgen munitie.
Trouwens: in een verbaal uit oktober 1794 geeft Jan La Pro zijn adres in Amsterdam als Wildemansgracht, ‘boven den stal van de heer van Zuylen‘. Die gracht heb ik nergens terug kunnen vinden. Mogelijk heeft hij een nepadres opgegeven? Of kent iemand die gracht?
Politieke spot
In de tijd van de revolutie verschenen er heel wat pamfletten van beide zijden. Daarbij werden de tegenstanders zwart gemaakt. Jan La Pro is daarin ook te vinden.
In een pamflet geschreven eind 1794 door oranje-aanhangers, over de aanbieders van de Patriottische petitie in Amsterdam (oktober 1794, zie hierboven):

“En gij, mijn Heer Lapro! zyt gy niet ten uitersten verwonderd, dat de Heer Staphorst zich met u gelyk steld, daar gy zo kaal als de mieren zyt; en dat nog niet eens, maar het is de geheele waereld bekend, dat gy een slegte Vent zyt. Ik moet waarlyk lagchen over zulk een fraaije gedeputeerde, die nog pas drie jaaren geleeden, als jongen in de Winkel van Harrevelt agter de toonbank stond, en ’s morgens de schoenen en gespens van die Heer moest schoon maaken. Zeg eens, myn lieve Vriend, moet gy zelfs niet bekennen, dat de bovengemelde Heeren zich tot in het stof toe vernederd hebben, om met zulk een Vagebond gelyk te staan”.
En in een ander pamflet gericht tegen de indieners van deze petitie wordt Jan La Pro ook zwart gemaakt:

“De derde representant der hoerenwaarden, muizeval en paraplu kooplieden, en meer lieden van dien stempel, is de Wel Ed. Heer La Pro. Deze man is met een aardsche schat uit het eerlyk Oostindiën in deze landen gekomen; men heeft hem te Wyk gekend op een fraaije buitenplaats, daar hy de twaalf maanden, zynde een douzyn zwarte meisjes, op zijn fluit, tot verwondering aller Nederlandsche liefhebbers, deed voor den dag springen. Zo veel heerlykheid van dit Cythera verdween, en de man raakte zo nakend als de gemelde zwarte twaalf maanden, nadat hij eene actrice van de Duitsche comedie van hare ouders had gekocht, (alle actrices zyn eerlyke meisjes,) en eindlyk tot zyn vrouw gemaakt. Geld, buitenplaats, twaalf maanden, enz verdwenen zynde, verdween de Wel Edele Heer mede, nadat hy eenigen tyd achter de wafelyzers had doorgebragt, om eenige misslagen, die hem kwalyk wierden genomen (onvrindlyk genoeg waarlyk!). Na veel zwervens kwam deze man, uit klinklare lieffde tot het geluk der Nederlandsche Burgers, opdagen, en wierd een Patriot, en eindlyk een zogenaamde Volksrepresentant […]”
Natuurlijk moeten we er rekening mee houden dat er sprake is van laster en overdrijving. Het is moeilijk uit te maken hoeveel er waarheid van is. Maar je herkent wel sporen van feiten terug: het huis te Wijk aan Duin, de actrice van de Duitse comedie waarmee hij getrouwd is, de boekhandel van Van Harrevelt. De uitdrukking “hij verdween enige tijd achter de wafelijzers … om enige misslagen” – zou dat niet betekenen dat hij ook nog in de gevangenis heeft gezeten?
De schrijver eindigt met nog een flinke beschuldiging, na het noemen van alle indieners:

Revolutie
Uiteindelijk duurt het nog tot januari 1795 voor de revolutie werkelijk plaats vindt. Jan la Pro blijft actief, en wordt onder andere in februari met een Franse delegatie naar de noordelijke provincies gestuurd om de omwenteling daar verder te begeleiden.

Dit is een zeer korte samenvatting natuurlijk. Het geeft wel weer een bijzonder aspect van het leven van La Pro. Is hij tot inkeer gekomen, en wil hij zich inzetten voor een democratische samenleving? Of zou er toch nog weer een aspect zijn van eigenbelang? Of ging hij alleen maar voor het avontuur?

Op zoek naar een baan
Eind 1795 probeert Jan La Pro een benoeming te verkrijgen in het Comité der Oost-Indische zaken. De V.O.C. was in grote problemen, en zou in maart 1796 genationaliseerd worden. Jan La Pro beschouwde zichzelf natuurlijk als expert. Hij wordt wel voorgesteld namens het Provinciaal Bestuur van Holland, maar blijkbaar wordt die benoeming niet bevestigd. Dan dient hij een bezwaar in bij het provinciaal bestuur van Holland. Ik zou dat dolgraag nog eens inzien. Volgens de beschrijving: “waarin hij releveert al hetgeen hij vermeend ten zynen laste ingebragt te zyn, tot justificatie van zyn gedrag”. Helaas heb ik dat nog niet kunnen vinden: misschien nog te vinden in het fysieke archief van de provincie.

Hij komt uiteindelijk niet in het comite. Maar hij mag wel een opdracht uitvoeren: het schrijven van een geschiedkundig werk over de V.O.C. In die archiefbeschrijving van het Nationaal Archief wordt Jan La Pro trouwens omschreven als “een voormalig boekhouder van de factorij in Noord-Java” – daarbij zien ze even over het hoofd dat hij het uiteindelijk tot resident geschopt heeft. Ik heb ook het geschiedkundig werk zelf niet terug gevonden.
Overlijden en daarna

Jan La Pro is begraven op 1 mei 1799 op het St Anthonis Kerkhof in Amsterdam – 68 jaar oud. Zijn adres op dat moment wordt genoteerd als “Hoogstraat bij de Bettanijstraat”.


Zijn weduwe blijft zitten met de schulden, en waarschijnlijk geen ordentelijke administratie. Juni 1799 verschijnt er een berichtje in de krant met een oproep aan schuldeisers. Ze kunnen opgave doen bij het huis van Weduwe Van Limbeek in de Kalverstraat, binnen 1 jaar en 6 weken.
Interessant detail: bijna 10 jaar later, in 1808, trouwt dochter Louise H.A. Lapro met de zoon van deze weduwe, Jacobus Johannes van Limbeek. Zij woont op dat moment aan de Reguliersgracht te Amsterdam, en wordt bijgestaan door haar moeder. Voor zover ik heb kunnen vinden blijft dit huwelijk kinderloos.
Margaretha Haverkamp, de weduwe van Jan La Pro, overlijdt op 20 april 1819, 60 jaar oud. Haar laatste adres wordt opgegeven als Spiegelstraat 18 in Amsterdam.
Conclusie
Er is nog behoorlijk wat terug te vinden over het leven van Jan la Pro (1731-1799) – ik heb vast nog niet alles boven water gekregen. Ik vind het moeilijk om hem in een hokje te plaatsen. Hij hield van uitgaan en feesten, en heeft bij de VOC een fortuin vergaard dat hij binnen een paar jaar weer kwijt was. Hij pronkte graag met vrouwen en meisjes, zowel op Java als in Nederland. En op zijn 45ste verleidde hij een mooie actrice die 25 jaar jonger was.
Aan de andere kant heeft hij de tot slaaf gemaakte vrouwen die hij in Indonesie in zijn bezit had uiteindelijk wel vrijgelaten, terwijl veel van zijn collega’s hun slaven ‘gewoon’ doorverkochten bij hun terugkeer naar Nederland. En hij heeft een rol gespeeld als patriot, waarbij hij zich met gevaar voor eigen leven en welzijn heeft ingezet voor de Bataafse Revolutie. Of moet je dat ook weer negatief uitleggen: eigen belang? avontuur?
Ik ben benieuwd of er de komende jaren nog meer boven water komt, bij de toenemende digitalisering van allerlei oude bronnen. Als altijd zijn vragen, correcties en aanvullingen van harte welkom.
Bronnen van afbeeldingen
- Foto Logement Rondeel, Doelenstraat Amsterdam: gevonden in Beeldbank Stadsarchief Amsterdam, Collectie Atlas Kok. Foto door Photographisch Etablissement Munnich en Ermerins, uitgegeven door Johannes Leeuwenkuijl. 1861.
- Prent van jongedame in operakostuum uit tweede helft 18e eeuw, gravure door Jean-Baptiste Martin, uit de collectie van Musée Carnavalet, Histoire de Paris
- Tekening Korte Dijkstraat, aquareltekening van Louis Landré, Collectie Koninklijk Oudheidkundig Genootschap in de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.
- Prent gevechten patriotten in Amsterdam: Overmeestering Kattenburgerbrug door de patriotten, 30 mei 1787. Vervaardigd door Desguerrois en Co, te vinden in de Collectie Stadsarchief Amsterdam: tekeningen en prenten
- De triomfale uittocht van de gevangen gezette patriotten uit het Werkhuis, Roetersstraat 2, op 19 januari 1795, vervaardigd door Daniel Kerkhoff (1766-1821), Collectie Atlas Splitgerber, gevonden in de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.
- Afbeelding Bataafsch Revolutie- en Alliantiespel, uit Atlas van Stolk, gevonden op Het Geheugen van Nederland.
- Foto Hoogstraat, Amsterdam: gevonden op Het Geheugen van Nederland. Afkomstig uit collectie Jaap van Velzen; Joods Historisch Museum.
Voor de tekst-bronnen: zie de links verspreid door de tekst.
Voetnoten
*) Deze zelfde Christoffel Brandt staat in een testament van La Pro uit mei 1776 nog opgegeven als enige erfgenaam. Dat vind ik nogal mysterieus, misschien een soort onderpand? Latere testamenten heb ik niet gevonden. Misschien elders opgemaakt.
**) de benoeming van de zoon in een functie bij het comité van Oost-Indië heeft de uitstraling van een staaltje nepotisme, gezien La Pro’s activiteiten voor dat comité – iets wat de patriotten natuurlijk hadden opgevoerd als een van de redenen om tegen het oude regime te strijden, maar wat in de praktijk moeilijk uit te roeien is.
***) de boeken zijn waarschijnlijk afkomstig uit de erfenis van zijn vader Everhardus van Harrevelt. Daarvan is een prachtige inventaris te vinden in een notariele akte. Dat geeft een idee van het soort boeken dat zij verkochten.






















