Tot slaaf gemaakte vrouwen

In het register van de VOC over de reis met het schip Overhout in 1773-1774 staat de korte vermelding: onder de 5 passagiers waren 2 vrouwelijke slaven. Dit was het schip waarmee Jan La Pro, resident en opperkoopman bij de VOC, terugreisde naar Nederland. Blijkbaar had hij de vrouwen meegenomen naar Nederland, want in oktober 1775 komen we ze tegen in een notariele acte die hij laat opstellen in Amsterdam. Een zakelijke transactie over mensenlevens…

Het document

interieur huis Jan Brandes, met zijn zoon Jan en een tot slaaf gemaakte vrouw, in Batavia (Rijksstudio NG-1985-7-2-4)

De acte is een machtiging aan twee personen in dienst van de VOC in Batavia om zeven tot slaaf gemaakte vrouwen hun vrijheid te geven. Van de 7 vrouwen zijn er 4 achtergebleven in Nederlands Oost-Indie (Minerva van Macassar, Proserpina van Nias, Calisto van Boegis en Erigone van Ternaten) terwijl de laatste drie in Nederland zijn (Andromeda van Nias, Filis van Nias en Calliope van Boegis).

Woodbury&Page hadden een fotostudio in Batavia in de 2e helft van de 19e eeuw.

Hun achternamen verwijzen naar het eiland of de streek waar ze vandaan komen. Dat is gelijk de enige persoonlijke informatie die we hebben. De rest van de informatie gaat over wanneer Jan La Pro hen gekocht heeft, waar en van wie. Hij heeft ze gekocht van collega’s binnen de VOC. Minerva van Macassar is al vanaf 1755 in zijn bezit. Drie vrouwen heeft hij ‘overgenomen’ van zijn zwager Frederik van de Wall, toen die in 1761 terugkeerde naar Nederland.

Met deze acte geeft hij opdracht om in Batavia te regelen dat ze vrijbrieven krijgen.

Een kind

Er staat nog een bitter detail in de acte. Een van de vrouwen, Calliope van Boegis, is op de reis naar Nederland in 2 februari 1774 bevallen van een dochtertje, aan boord van het schip Overhout. Het schip Overhout is in november 1773 vertrokken, dus Calliope was waarschijnlijk al 6 maanden zwanger op dat moment. Het lijkt me een risicovolle keuze om een zwangere vrouw mee te nemen op een reis waarvan je weet dat die tenminste 6-7 maanden gaat duren. In het document wordt de lokatie van het schip ten tijde van de bevalling aangegeven: midden in de Indische oceaan. Pas op 12 maart 1774 bereikte het schip Kaapstad, en op 5 juli kwam het aan in Nederland.

Op moment van de akte is het meisje 20 maanden oud. Jan La Pro “vordert” van Calliope dat ze afstand doet van het kind en het voor haar opvoeding bij hem achterlaat in Nederland. Hij noemt het meisje Jozine Claire Clemence – zijn moeder heette Josina – en hij wil haar adopteren “zoals het zelve in de Oostindien gebruikelijk is”.

Moeder met kind op Java, foto van Eliza R. Scidmore, national geographic image collection

Er is verder niets terug te vinden over dit kind, ook niet in het testament dat Jan La Pro opmaakt in juli 1776. Ik hoop dat dat betekent dat hij het kind uiteindelijk toch met haar moeder heeft laten terugreizen naar Indonesie. Maar het kan natuurlijk net zo goed betekenen dat het meisje al snel overleden is, aan de eerste de beste Nederlandse kinderziekte…

Verblijf in Nederland

Jan Brandes, NG-1985-7-2-67

Waarom Jan La Pro drie van de vrouwen heeft meegenomen naar Nederland kunnen we natuurlijk niet meer achterhalen. Het lijkt waarschijnlijk dat hij met hen wilde pronken. Er is wel een aanwijzing dat hij er ophef mee gecreeerd heeft. Nog 20 jaar later (!), in 1794, te midden van de retoriek en hoogoplopende gemoederen van de Bataafse revolutie, staat er over Jan La Pro geschreven in een anoniem pamflet:

“Deze man is met een aardsche schat uit het eerlyk Oostindien in deze landen gekomen; men heeft hem te Wijk gekend op een fraaije buitenplaats, daar hy de twaalf maanden, zynde een doozyn zwarte meisjes, op zyn fluit, tot verwondering aller Nederlandsche liefhebbers, deed voor den dag springen.”

Hou er rekening mee dat dit pamflet geschreven is door een tegenstander van de patriotten, die meerdere personen met giftige pen beschrijft en met opzet belastert. Maar het geeft mogelijk wel een aanwijzing dat Jan La Pro de Indonesische vrouwen heeft laten dansen voor publiek in zijn huis Duinwijk in Wijk aan Duin, in 1774-1775.

Er staan nog meer giftige details in dit pamflet, daarover een andere keer meer.

Terugkeer naar Nederlands-Oost Indie

Volgens het document zullen de drie vrouwen die in Nederland zijn naar ‘de Oost’ terugreizen op het schip Alkemade. Dat schip vertrok op 4 november 1775 (dus een maand na deze acte) vanaf Texel, en kwam op 29 juni 1776 heelhuids aan in Batavia. Laten we hopen dat de vrouwen de reis overleefd hebben.

Oost-indievaarder, Jan Brandes (Rijksstudio NG-1985-7-2-38)

Bronnen

Afbeeldingen

Een jongedochter bezwangerd, 1796

Bekentenis Willem Vermeulen 8 mei 1796

Een jonge vrouw die per ongeluk zwanger raakt: het is van alle tijden. Hier een geval uit 1796. Een soldaat bekent dat hij een eerzame dochter bezwangerd heeft. Hij doet schijnbaar zijn best om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Wat schrijft hij in dit briefje, en hoe is het afgelopen?

De context: soldaten in Klundert

De kwestie speelt zich af in de Klundert, een kleine vestingstad die tegenwoordig in Noord-Brabant ligt. In een vestingstad zullen soldaten altijd een normaal onderdeel van het leven zijn geweest. En zeker in die tijd, vlak na de Bataafse Revolutie. Die wordt natuulijk ook de Fluwelen Revolutie genoemd, omdat er zeker in vergelijking met de Franse Revolutie relatief weinig bloed is vergoten. Maar helemaal zonder geweld is het niet verlopen. Onder andere in 1793 en 1794 is er flink gevochten ook bij de Klundert.

Belegering van de Willemstad 1793

Hier een beeld van de belegering van het naburige Willemstad in 1793. Zo moet het er bij de Klundert ook aan toe gegaan zijn. In 1796 was de rust wel weer teruggekeerd. Men sprak inmiddels al van ‘het 2e jaar van de Bataafse Vrijheid’. Maar het nieuwe leger van de Bataafse Republiek bleef paraat, en daarnaast bleven er veel Franse soldaten aanwezig.

Twee militairen van de 7e Halve Brigade van het Bataafse leger

Twee militairen van de infanterie, 7e Halve Brigade van het Bataafse leger

Het document: de bekentenis van soldaat Willem Vermeulen

Het briefje is geschreven door Willem Vermeulen, soldaat in de 7e Halve Brigade (4e compagnie, 3e bataljon). Het is gedateerd 8 mei 1796. Hij bekent dat hij ‘de eerzame dochter’ Lammertje de Heer heeft bezwangerd. Hij wil haar graag in haar eer herstellen, dat wil zeggen, hij zou met haar willen trouwen. Maar daarvoor heeft hij toestemming nodig van zijn superieuren: een soldaat mag niet zomaar trouwen terwijl hij in actieve dienst is. (Een soldaat die al getrouwd is, is niet zo’n probleem: vaak reisden vrouw en zelfs kinderen met het leger mee!). Dit briefje schrijft hij aan het gemeentebestuur van Klundert. De vader van Lammertje leeft niet meer, en hij vraagt het gemeentebestuur om voor haar op te komen in diens plaats.

Spelling was in de 18e eeuw nog niet zo vastgelegd als nu, dus je ziet altijd veel variatie. Maar Willem’s spelling van het woord voor gemeentebestuur dat sinds de revolutie in zwang was gekomen, municipaliteit, vind ik wel erg origineel: ‘menieziepalieteijt‘. Het was ook zo’n nieuw woord dat hij het op school niet geleerd zal hebben.

Brief van het gemeentebestuur van de Klundert

In dezelfde map correspondentie in het West-Brabants Archief (zie bij bronnen) zit ook het concept van de brief die het gemeentebestuur naar aanleiding van deze kwestie naar Willem’s superieuren heeft gestuurd, op 29 mei 1796. De aanhef past mooi bij de revolutionaire tijd: “Medeburgers“! Ze vragen om Willem verlof te geven om met Lammertje te trouwen. “Wij hebben vernomen dat die twee persoonen zeer op elkanderen gezet zijn.” Ze prijzen ook nog het “braaf gedrag” van het detachement in de stad, en van deze soldaat in het bijzonder. “En wij verwagten dat uwlieder menschlievenheid en menschenkennis wel alles hier omtrent zullen toestaan wat mogelijk is of kan gemaakt worden.”

Afloop

Via de website wiewaswie is snel op te zoeken hoe de zwangerschap afgelopen is. Lammertje de Heer was zelf gedoopt in Klundert op 27 december 1778, en dus 17 jaar oud tijdens haar zwangerschap. En in datzelfde doopregister staat op 7 augustus 1796 de doop van haar zoon : Willem Cornelis. “Volgens opgaav der moeder geboren den 15 July 1796 in onegt soo als de moeder segt.” Als vader staat vermeld Willem Vermeulen, “soldaat in het 3e bataljon van de 7e Halve brigade onder de vierde compagnie in dienst van desen lande.”

Doopakte van Willem Cornelis Vermeulen, 7 augustus 1796

Gelukkig is de zwangerschap dus goed afgelopen voor moeder en zoon. Maar dat wil zeggen dat de zwangerschap in mei 1796 al ver gevorderd moet zijn geweest. En dat het huwelijk niet door is gegaan. Waarom niet? Ik heb geen verdere correspondentie kunnen vinden. Ik wil nog een keer terug naar het West-Brabants Archief om de notulen van het gemeentebestuur uit die tijd door te lezen – maar dat moet wachten tot na de corona-lockdown. Ook na de bevalling is Lammertje de Heer niet getrouwd: in 1810 krijgt ze, nog steeds ongetrouwd, een dochter, dit keer zonder opgave van de naam van de vader. Ze overlijdt in oktober 1811 op 32-jarige leeftijd.

Het is me niet goed gelukt om verdere informatie over de soldaat Willem Vermeulen te vinden, ondanks alle mogelijkheden om (online) de stamboeken van het Bataafse Leger te doorzoeken via het Nationaal Archief. De naam is veel te doorsnee: er staan maar liefst 3 mannen onder die naam vermeld in de stamboeken. Misschien is het de Willem Vermeulen die in 1799 op 47-jarige leeftijd nog eens bijtekende voor 6 jaar, in ieder geval in het 3e bataljon? Deze Willem staat geregistreerd als een ‘Roomse’ zilversmid, afkomstig uit Rotterdam, met blond haar en blauwe ogen. Maar het blijft gissen voor me.

En zou het dezelfde Willem Vermeulen zijn die op de website van Peter Koning vermeld wordt? Op die webpagina staat dat in het doopregister van Deventer op 6 november 1800 ook een onecht kind wordt vermeld van een Willem Vermeulen, soldaat in de 7e Halve Brigade. Helaas is dat doopregister nog niet online in te zien voor zover ik kan vinden. Dus ook het Stadsarchief Deventer staat op mijn lijstje om te bezoeken als de coronamaatregelen dat straks toelaten.

Met een beetje geluk en vasthoudend zoeken heb ik wel gevonden hoe het afgelopen is met de zoon van Lammertje en Willem. Deze zoon Willem Vermeulen is in de voetsporen getreden van zijn vader: hij was fuselier in het 1e bataljon, 5e regiment infanterie, toen hij op 17-jarige leeftijd [? dat moet eigenlijk 18 jaar zijn] overleed in het militair ziekenhuis in de Korte Zijlstraat in Haarlem, op 25 november 1814.

Overlijdensregister Willem Vermeulen 1814

Weet je meer van deze personen? Ken je beter de weg in de militaire stamboeken? Ik hoor graag meer, laat een reactie achter.

Verder lezen

Bronnen

Photo pregnant woman by Arteida MjESHTRI on Unsplash