Een ongebonden leven in de 18e eeuw

In 1749 staat de dienstmeid Jannetje Koster met drie anderen bij de notaris in Amsterdam om een verklaring af te leggen op verzoek van haar werkgevers, over Jan La Pro*, hun 18-jarige zoon. De verklaring blijft beknopt, en roept als zo vaak alleen maar meer vragen op.

De context: de familie La Pro

Vader Abraham La Pro junior (1691-1753) was koopman in goud en zilverwerken in Amsterdam. Hij was in 1716 getrouwd met Jozina van Karnebeek (1690-1770). Ze woonden in de Kalverstraat, op de hoek van de Gapersteeg. Abraham La Pro Jr was een rijk koopman. Zo had zijn vader hem bij zijn huwelijk 6000 gulden meegegeven, plus een uitzet ter waarde van 4000 gulden. De familie had tenminste twee dienstmeiden en later ook een naaister aan huis.

Van de zes kinderen die Jozina en Abraham Jr kregen bereikten er drie de volwassen leeftijd.

Zoon Abraham (genoemd Abraham La Pro de Jonge), geboren in 1720, was in 1741 als korporaal in dienst gegaan van de VOC en naar het Nederlands Oost-Indië gereisd, waar hij in 1750 opgeklommen was tot onderkoopman. Dochter Johanna, geboren in 1721, was in 1739 getrouwd met Frederik van der Wall. Zij was in 1744 met haar man naar Oost-Indië vertrokken, waar ook Van der Wall aan een ambitieuze carrière bij de VOC begonnen was.

Zo bleef het echtpaar La Pro achter met hun jongste zoon, Jan, geboren in 1731. Hij was op 1 april 1731 gedoopt in de Nieuwezijdse Kapel te Amsterdam. In 1749 was hij 18 jaar oud.

Ik heb geen afbeeldingen gevonden van de familie, tot nu toe. In een testament van Josina van Karnebeek uit 1762 wordt vermeld dat er geschilderde portretten zijn van haar en haar man, en een schilderij waarop het echtpaar met hun zoon Jan te zien zijn. Maar of die schilderijen nog ergens bestaan… Als illustratie een schilderij van een andere welgestelde familie uit Amsterdam uit 1752.

Schilderij van Tibout Regters, 1752 – de familie Brak, Amsterdam; Rijksmuseum Twente; gevonden op Wikipedia.

Het document: een notariële acte

In het stuk verklaren de getuigen dat Jan Lapro nu al 2 achtereenvolgende jaren een zeer dissoluut en ongebonden leven leidt. Hij komt vaak zeer laat of ‘ter middernacht’ thuis. Ook is hij wel eens midden in de nacht, tegen de wil van zijn ouders, ‘het venster uitgesprongen en aldus weer uitgegaan’. Dan komt hij pas in de morgenstond weer thuis. En soms blijft hij ook diverse dagen en nachten achtereen weg, zonder dat men weet waar hij is.

Jan is een keer buiten weten van zijn ouders met een chaise met twee paarden uitgegaan en ‘drie ganse daegen en nagten’ weggebleven. Ze hebben Jan toen uiteindelijk gevonden in de stad Leiden, en naar huis gebracht. Recent is hij weer acht dagen zoek geweest.

Meerdere malen hebben de getuigen meegemaakt dat de ouders hun zoon in alle ernst, en zelfs ‘met betraande ogen’, hebben vermaand en gebeden om zijn leven te beteren, maar dat kwam bij hem niet in het minste aan. Het wordt alleen maar erger.

Waarom Jan’s ouders deze verklaring op laten stellen bij de notaris is me niet duidelijk. Ik vind het opvallend dat er niet geklaagd wordt over het verleiden van meisjes. Jaren later, in 1776, wijst Jan, die voorzover ik kan vinden nooit getrouwd is, in zijn testament als zijn enige erfgenaam ene Christoffel Brandt aan. Het is erg speculatief, ik weet het, maar zou Jan La Pro misschien een voorkeur voor mannen hebben gehad? Dat dat een onuitgesproken onderdeel was van zijn ‘slecht en ongebonden leven’? Homofilie was strafbaar, tot 1762 zelfs met de doodstraf. Dus dat zou je nooit expliciet in een officiële acte vastleggen.

[Latere aanvulling: dit blijkt een foutieve hypothese: Jan La Pro vertoont in zijn latere leven genoeg kenmerken van een klassieke rokkenjager, zie in latere blogs]

Het vervolg

De verklaring uit 1749 heeft in ieder geval niet geholpen. In februari 1752 wordt er namelijk nogmaals een acte vastgelegd over het ‘ongebonden’ leven van Jan La Pro, met dezelfde soort beschuldigingen van laat thuis komen (of de hele nacht weg blijven) en niet luisteren naar zijn ouders. Inmiddels is de jongeman blijkbaar nog brutaler geworden. De getuigen verklaren dat ze gezien hebben dat de ouders hem ‘in alle ernst’ gestraft hebben voor zijn buitensporig gedrag, en hem vermaand hebben om zijn leven te beteren. Maar Jan beantwoordt deze vermaningen met ‘de brutaalste en onbetamelijkste vloekwoorden’.

In mei 1752, 3 maanden na de laatste verklaring, treedt Jan La Pro in dienst als korporaal bij de VOC. Hij vertrekt naar Nederlands Oost-Indië, het huidige Indonesië [latere toevoeging: hierover is nu een blogbericht verschenen]. Het is verleidelijk om te speculeren dat zijn ouders hem daartoe gedwongen hebben. Misschien met hulp van de officiële verklaringen van wangedrag. Mogelijk dat daarover nog iets te vinden is in schepenbank of rechtbank stukken uit Amsterdam? Dat voert voor deze blog te ver – als iemand daar meer over vindt, bijvoorbeeld in het Stadsarchief van Amsterdam, hoor ik het erg graag.

Daarmee zijn nu in 1752 alle drie de nog levende kinderen van Abraham La Pro junior en Josina van Karnebeek vertrokken uit de Republiek der Verenigde Nederlanden. Jan maakt carrière binnen de VOC, hij lijkt de ‘ongebondenheid’ van zijn leven verlaten te hebben. Daarover een andere keer meer. Hij zal zijn ouders nooit weerzien, want hij keert pas in 1774 terug in Nederland, als zij al jaren overleden zijn. In zijn leven, en dat van zijn familie, zijn nog zoveel prikkelende details te vinden, dat zij zeker nog eens terug zullen keren als onderwerp in deze blog.

*De naam La Pro wordt soms geschreven als Lapro.

Bronnen

Afbeeldingen

5 gedachtes over “Een ongebonden leven in de 18e eeuw

  1. Pingback: Een paar kleine aanvullingen over het gezin La Pro - 300 jaar leven

  2. Pingback: Jan La Pro op Java - 300 jaar leven

  3. Marjolijn Flobbe's avatar Marjolijn Flobbe

    Mooi artikel en interessant verhaal. Ik vond van de week het testament van Josina en daar stond tot mijn verbazing mijn voormoeder, Johanna Elisabeth Oudshoorn, in vermeld als dienstmaagd. Johanna Elisabeth en Jannetje Koster hebben beide in het weeshuis gewoond en Jannetje was getuige bij het huwelijk van Johanna Elisabeth. Ik weet nu waarom Johanna met attestatie naar Alkmaar is gegaan, als dienstmaagd van Josina. Opvallend is dat ze met de naam Oudshoorn is teruggekomen uit Alkmaar terwijl zij daarvoor een patroniem had. Met vriendelijke groet, Marjolijn Flobbe.

    Like

  4. Pingback: Het latere leven van Jan La Pro - 300 jaar leven

Geef een reactie op Anna Simon Reactie annuleren